Wat is Primary Control – of: waarom is sporten makkelijk als je je hoofd volgt?

Hij zit geconcentreerd te werken. Zijn hoofd is dicht bij het scherm, zijn schouders zijn opgetrokken, zijn gezicht staat gespannen.

‘Alles goed, schat?’

‘Ja hoor, hoezo?’ vraagt hij verbaasd.

‘Je zit bijna ín je computer.’

Hij zit meteen rechtop.

Als ik 10 minuten later de kamer binnenkom, zit hij weer in exact dezelfde positie.

Je lichaam volgt je hoofd. Tenminste, in een ideale wereld. Of in de dierenwereld. Wíj kunnen ons hoofd en ons lichaam van elkaar scheiden: je hoofd beweegt, maar je lichaam doet niet mee. Alexander noemt de relatie tussen het hoofd en het lichaam de Primary Control.

Wacht even, wat is Primary Control?

De positie van je hoofd bepaalt je coördinatie. Is je hoofd in lijn met je wervelkolom, dan beweegt je lichaam mee met je hoofd. Dat kost geen kracht. Kijk maar naar een ballerina. Ze zet een pirouette in met haar hoofd en haar lichaam volgt vanzelf.

Staat je hoofd daarentegen vóór je wervelkolom, bijvoorbeeld als je naar je beeldscherm kijkt of als je stoeptegels telt, dan spannen je nekspieren zich aan. Want je hoofd krijgt geen steun meer van de onderliggende wervels. Een gespannen nek is als een ijzeren staaf: hij is niet in staat om subtiele bewegingen op te vangen en te geleiden. Hoofd en lichaam bewegen nu onafhankelijk van elkaar. Je verliest je natuurlijke souplesse en je loopt meer kans op blessures.

Dus in mijn les moeten de deelnemers hun hoofd boven hun romp houden?

Ja. En jij ook. Hoe vaak zeg je: ‘Maak je lang’? Meerdere keren per les, waarschijnlijk. Je doelt dan misschien niet expliciet op de hoofdpositie, maar ik zou het zeker noemen.

Ja, maar dan gaan mensen toch alleen dáárop letten? Dan bewegen ze veel te krampachtig

Daar heb je gelijk in. Als ze proberen hun hoofd in de juiste positie te houden, bewegen ze als robots. Dat is niet de bedoeling.

Er is een alternatief: je kunt hun proprioceptie stimuleren. Proprioceptie is het zesde zintuig. Het informeert je over je houding, de spanning in je spieren en je positie in de ruimte. Hoe bewuster je je bent van je lichaam, hoe soepeler je je beweegt. Proprioceptie is onlosmakelijk verbonden met coördinatie.

Doe-aanwijzingen

Wij zijn gewend om deelnemers doe-aanwijzingen te geven zoals: ‘Strek je been uit, stuur je knieën naar voren, hou je schouders laag.’ Zo voorkomen we fouten en houden we de deelnemers bij de les. Maar een sporter die nadenkt over aanwijzingen, heeft geen tijd om zijn lichaam te voelen.

Voel-aanwijzingen

Je kunt óók proprioceptieve aanwijzingen geven, oftewel voel-aanwijzingen: ‘Voel de lengte van je been, voel de buiging in je knieën, voel je schouders.’ Nu neemt de deelnemer zichzelf waar. Niet jíj bepaalt wat hij moet doen, maar zijn lichaam zoekt zélf de meest efficiënte weg.

Dus oefeningen gaan vanzelf goed als mensen voelen wat ze doen?

Zo simpel is het. Frederick Matthias Alexander (1869-1955) ontdekte dat lichaamsbewustzijn de basis is van al het bewegen. Of je nu wil leren bankdrukken, pianospelen, zingen, dansen, schilderen, toneelspelen, schaatsen of sprinten: het begint met het voelen van je lichaam.

Maakt het uit waar ik de nadruk op leg?

Volgens Alexander is de positie van het hoofd cruciaal voor de coördinatie. Daarom leerde hij zijn pupillen om zich bewust te blijven van hun hoofd, hun nek en hun rug.

In je sportles kun je niet steeds hameren op die hoofdpositie. Dat is saai, en zelfs irritant. En het is ook niet nodig. Het maakt namelijk niet uit waar je de aandacht van je deelnemers op vestigt, zolang ze maar bij zichzelf blijven. Maak de sporters dus attent op de grond onder hun voeten, de positie van hun schouders en de bewegingen in hun romp. Verander je aanwijzingen-vocabulaire: geef voel-aanwijzingen. Van: ‘Stuur je knieën naar voren’ maak je: ‘Voel de buiging in je knieën’. Dat is genoeg.

Kortom

Bewegen gaat makkelijker als je voelt wat je doet. Je kunt het lichaamsgevoel van je deelnemers trainen in je lessen. Dat vraagt om voel-aanwijzingen. Maak je deelnemers attent op de veranderingen in hun lichaam. Verdere uitleg is niet nodig.

Wat doe ik nu?

Oefen het. Niet meteen voor de groep, maar eerst alleen voor jezelf. Ik heb een aantal korte opnames gemaakt van lessen met voel-aanwijzingen. Ze staan onderaan de pagina. Pak je agenda en plan er een halfuurtje voor in.


Wil je meer tips? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.

<