Wat is compassie? – Oftewel: hoe geef je je patiënt vertrouwen?

‘Het schoot in mijn rug toen ik me verstapte. Het leek wel een messteek. Het deed zo’n pijn.’
‘Hoe is het nu?’
Slecht. Ik kan niet werken als tuinman. Ik kan niet sleutelen aan mijn auto. Ik kan niet volleyballen. Zes maanden geleden was ik topfit, nu haal ik met moeite de Albert Heijn – en die is 500 meter bij mij vandaan.’
‘Ben je bang dat je je oude leven niet meer terugkrijgt?’
‘Ik lig er wakker van.’
Rob is niet de enige. Alle patiënten zijn bang. Ze hebben compassie nodig om te kunnen herstellen.
Compassie? Wat is dat precies?
Compassie is een arm om je schouders.
Een kopje kamillethee.
Een kusje erop.
Compassie is meeleven. Troosten. Kalmeren. Je wilt dat de ander zich beter voelt. Als een peuter ziet dat zijn baby-zusje honger heeft, gaat hij voor haar wipstoeltje zitten en speelt kiekeboe totdat haar flesje is opgewarmd.
Compassie is je natuurlijke vermogen om het lijden van de ander te herkennen en te verzachten.
En waarom is compassie zo belangrijk voor Rob?
Als Rob bij jou binnenkomt staat hij strak van de spanning. Hij is de hele dag met zichzelf bezig: hij vermijdt zijn pijn of hij onderdrukt het. Hij staat in survival-stand. En dat is niet bepaald de beste mindset om aan een trainingsprogramma te beginnen.
Als je coacht met compassie leg je de prioriteit bij Robs mentale welbevinden. Je hebt liever dat Rob zich goed voelt dan dat hij sterker wordt. Zelfs al druist dat in tegen jouw behoefte om zijn problemen direct op te lossen. Natuurlijk zie je dat Robs buik- en rugspieren verzwakt zijn. En dat zijn uithoudingsvermogen te wensen overlaat. Je handen jeuken om daarmee aan de slag te gaan. Maar dat doe je niet. Je kalmeert Rob eerst.
Mensen zijn geen denkende wezens die voelen, maar voelende wezens die denken
Hoe doe ik dat?
Volgens Kristin Neff, psycholoog en expert op het gebied van zelfcompassie, heeft compassie drie componenten:
- Vriendelijkheid
- Menselijkheid
- Mindfulness
Een psycholoog die compassie integreert in haar behandeling gedraagt zich als een goede vriendin. Ze creëert een sfeer waarin de cliënt zich open durft te stellen. Ze accepteert haar cliënt zoals ze is, zonder te oordelen. En ze helpt haar cliënt zich bewust te worden van haar emoties.
Als fysiotherapeut kun je dat ook doen. Als je ziet dat Rob voorzichtig beweegt, wéét je dat hij bang is. Daarom laat je hem liggend oefenen, zodat hij maximale steun van de grond krijgt. Je houdt zijn bewegingsuitslagen klein, zodat hij binnen zijn pijngrens blijft. En je laat hem zoveel mogelijk zijn eigen gang gaan, zodat hij zelf de regie in handen houdt.
Waar het om gaat is dat Rob het gevoel krijgt: hé, dit kan ik. Zijn onrust neemt af. Zijn lichaam ontspant zich. Voor het eerst in zes maanden voelt hij zich kalm. Nu is hij in staat om naar je te luisteren en je voel-aanwijzingen op te volgen.
Als Rob zich veilig voelt, is hij niet meer verblind door angst. Hij ziet wat hij kan. En dat is altijd meer dan hij dénkt te kunnen.
Ik weet niet of ik dat geduld wel op kan brengen, hoor
Weet je nog waarom je fysiotherapeut bent geworden? Deze studenten van de HAN weten het wel:
‘Ik zorg graag voor mensen.’
‘Ik wil mensen helpen.’
‘Ik ben graag met mensen bezig.’
Compassie is je drijvende kracht. Als jij niet betrokken was bij je patiënten, zou je dit vak niet volhouden. Waarom zou je die compassie dan niet centraal stellen in je behandelingen?
Kortom
Als je coacht met compassie richt je je op de binnenwereld van je patiënt. Angst en zelfkritische gedachten staan een revalidatie in de weg. Een patiënt kan niet naar jou luisteren zolang zijn innerlijke stem er doorheen praat. Pas als hij kalmeert hoort hij wat je zegt – en ziet hij wat hij kan. Hij krijgt vertrouwen in zichzelf.
En nu?
Benieuwd hoe je compassie integreert in je manier van coachen? In de worksshop compassionate coaching laat ik je zien hoe je dat aanpakt. De workshop is geaccrediteerd voor drie punten bij het KRF NL.
Wil je het blog in je mailbox? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.
<