Waarom sporters willen dat jij de leiding neemt

Een groep met een leider

Simone kijkt de groep glunderend aan. ‘Wat fijn dat jullie er allemaal weer zijn. Waar zullen we vandaag eens mee beginnen? Met Bebe Rexa, Ed Sheeran, of Armin van Buren?’

Geen reactie. 

‘Zullen we dan maar Armin doen?’

Ze begint met de dead lift en de squat – en de groep volgt haar moeiteloos. Maar halverwege het nummer legt Simone haar stang op de grond. Ze stapt van het podium af en ze zegt: ‘Ga maar door in je eigen tempo. Doe wat goed voelt. Neem een pauze als je dat nodig hebt.’ Ze loopt rond en begint complimentjes uit te delen.   

Ik zie hoe de eensgezindheid van de groep verdwijnt. Twintig mensen doen allemaal hun eigen ding.  

Simone is veel te lief voor haar sporters.

Kun je te aardig zijn voor je groep?

Zeker. Als alles mag, krijg je chaos. De deelnemers missen sturing en doen maar wat. Simone kan ze niet helpen, want hun bewegingen lopen teveel uiteen.

Lesgeven is als opvoeden. Kinderen hebben structuur nodig om vrijheid te ervaren. Wat doet een moeder als haar kind zijn eerste stapjes zet? Ze zorgt dat de kamer opgeruimd is en dat de stopcontacten dicht zitten. Haar peuter kan zich vrij bewegen – in de woonkamer. Maar ze laat hem niet naar boven of naar buiten gaan.   

De docent bepaalt de spelregels

Simone zou in charge moeten zijn. Zij maakt de choreografie. Zij kiest de oefeningen. Zij geeft het tempo aan. Hoe duidelijker ze is, hoe meer ruimte ze creëert voor haar deelnemers.

Toen ik een beginnend docent was, zette een deelnemer het volume eens zachter. Gewoon, midden in mijn body workout. Dat is een no go: deelnemers blijven van de stereo af. Tot dat moment was ik net zo lief als Simone: ik wilde het iedereen naar de zin maken. Maar deze vrouw leerde me grenzen te stellen. Dit is mijn les, hier gelden mijn regels.

Dat klinkt streng. Jij bent toch van het vriendelijk coachen?

Coachen, doceren, therapie geven – het zijn allemaal vormen van samenwerking. De partijen zijn gelijkwaardig, maar ze zijn niet gelijk.

Mensen komen naar Simones les omdat ze verstand van zaken heeft. Het zou toch jammer zijn als ze haar know-how niet kan delen, omdat de deelnemers haar les kapen? Simone moet de leiding nemen. De kunst is dat ze dat doet zónder de baas te spelen.   

Hoe neem je de leiding in je les?

Zorg dat je weet wat je belangrijk vindt. En draag dat uit. Wil je dat mensen op de maat bewegen? Cue het ritme. Wil je dat ze hun core aanspannen? Geef aan hoe ze dat moeten doen. Hou je van muziek met een vette beat? Gebruik die dan. Jij maakt de vakinhoudelijke keuzes, de deelnemers bepalen of dat bij ze past.

Maar ik moet toch rekening houden met mijn sporters?

Natuurlijk, maar als je iedereen te vriend wil houden, beteken je voor niemand iets. Zorg dat je er zelf lol in hebt. Zo trek je de mensen aan die jouw stijl waarderen, die zich prettig voelen bij de sfeer die jij schept, en die jouw tempo kunnen bijhouden.  

Hoe weet ik wat ik belangrijk vind?

Vraag je af waar je voor staat. Misschien ligt jouw prioriteit bij het trainen van het uithoudingsvermogen. Misschien wil je juist de houding van je sporters verbeteren. Of misschien wil je van iedere les een feestje maken.

Word je bewust van de dingen die je doet en zegt. Reflecteer op je lessen en probeer te achterhalen waarom de ene les wél, en de andere níet lekker loopt.

Kan ik dat alleen?

Dat moet je uitproberen. Schrijf na afloop van je lessen je bevindingen op. Vraag een collega om met je mee te doen. Maak geluids- of video-opnames van je lessen en kijk die terug.

Lukt het niet? Bel mij, dan plannen we een lesbezoek. Ik vertel je na één sessie waar je kracht zit, hoe effectief je communicatie is en wat je kunt doen om meer contact met de groep te krijgen.


Wil je de nieuwsbrief in je mailbox? Schrijf je in.


<