Hoe maak je meer impact met je oefentherapie? (4 tips om effectiever te cuen)

Stel, Hanneke meldt zich bij jou met lage rugpijn. Bij binnenkomst zegt ze: ‘Ik train al in een sportschool, maar van buikspieroefeningen krijg ik meer pijn in mijn onderrug. Wat doe ik verkeerd?’

Je neemt Hanneke mee naar de oefenzaal en vraagt haar één van die oefeningen voor te doen. Ze kiest voor de crunch. Je ziet dat ze haar hele bovenlichaam optilt, dat ze aan haar hoofd trekt en stopt met ademen. Je gaat naast haar zitten en zegt: ‘Til alleen je hoofd en schouders op. Houd ruimte tussen je kin en borst. Duw je hoofd in je handen. Houd je schouders laag. Span je buikspieren. Adem door.’

Tot je verbazing leveren je cues, je aanwijzingen, niet het gewenste effect op. Je ziet wel dat Hanneke haar best doet, maar het lukt haar niet om meer dan twee aanwijzingen tegelijkertijd uit te voeren. Als ze haar hoofd tegen haar handen duwt, trekt ze haar schouders alweer op. En als ze haar buikspieren aanspant, vergeet ze te ademen.  

Waarom is het zo lastig om Hanneke de crunch uit te leggen?

Dat komt omdat Hanneke nadenkt. Ze herhaalt je woorden in haar hoofd en dwingt haar lichaam om te luisteren, waardoor ze meer spierkracht gebruikt dan nodig is. Vergelijk het maar met je eerste rijles. Weet je nog hoe je in het stuur kneep terwijl je probeerde de aanwijzingen van je instructeur op te volgen? Feitelijk doet Hanneke nu hetzelfde. Ze verkrampt omdat ze bewust beweegt.  

Wat kan ik doen om Hanneke te helpen?

Laat Hanneke de oefening niet bewust dóen, laat haar de oefening bewust vóelen. Hanneke kan niet denken en voelen tegelijkertijd. Als je haar aandacht zó kunt richten dat ze opgaat in de beweging, dan zoekt haar lichaam de makkelijkste weg. Ze komt in een flow. De spieren die ze niet nodig heeft ontspannen zich.  

Vier stappen om Hanneke in een flow te brengen:

1. Geef haar een mentaal plaatje

Zorg dat Hanneke een beeld heeft van de beweging. De makkelijkste manier is om de oefening vóór te doen. Het alternatief is dat je de beweging globaal beschrijft met doe-aanwijzingen:

  • Til je hoofd en schouders op– crunches
  • Doe alsof je op een stoel gaat zitten– squat
  • Breng je armen naar voren front raises

2. Laat haar experimenteren

Stel geen voorwaarden aan de beweging. Het is logisch dat je wil voorkomen dat Hanneke fouten maakt, maar daarmee voed je haar verlangen om het goed te doen. Het gevolg? Haar spieren spannen al aan voordat ze überhaupt bewogen heeft.

Vermijd de volgende valkuilen in je doe-aanwijzingen:

  • Overmatige sturing, zoals:
    • Zorg dat je voeten stevig op de grond staan
    • Probeer je hoofd tegen je handen te duwen
    • Til je hoofd en schouders zo hoog mogelijk op
  • Niet-aanwijzingen, zoals:
    • Niet je adem inhouden
    • Niet je schouders optrekken
    • Niet aan je hoofd trekken
  • Spier-specifieke aanwijzingen, zoals:
    • Trek je diepe buikspieren in
    • Span je bilspieren aan
    • Ontspan je nekspieren

3. Laat haar voelen wat ze doet

Geef voel-aanwijzingen. Met voel-aanwijzingen maak je Hanneke lichaamsbewust. Je laat haar kijken naar haar bewegingen. Niet met haar ogen, maar met haar proprioceptie.

  • Til je hoofd en schouders op en voel dat je middenrug meer contact met de grond krijgt
  • Breng je hoofd en schouders omlaag. Voel nu de grond onder je bovenrug
  • Voel dat je rug ronder wordt als je opkomt, en holler wordt als je omlaag gaat

4. Blijf naast haar staan

Kijk wat Hanneke doet. Als je bijvoorbeeld ziet dat ze aan haar hoofd trekt, wijs haar dan op de steun van handen. Zodra ze haar handen voelt, zullen haar nekspieren loslaten. De positie van haar hoofd verandert vanzelf – ze hoeft dat niet bewust te doen. Zo gebruik je je voel-aanwijzingen om Hanneke indirect bij te sturen.

Kortom

De manier waarop je aanwijzingen geeft, je cueing, heeft invloed op het motorische leerproces van je cliënt. Als fysio’s zijn we gewend om mensen cognitief te cuen. We laten ze bewust nadenken over hun bewegingen en nemen de extra spierspanning die dat oplevert voor lief. Maar bij mensen met pijn werkt dat averechts. Overmatige spierspanning maakt de kans op pijn alleen maar groter.  

Het alternatief is om mensen ervaringsgericht te cuen. Je haalt ze uit hun hoofd en laat ze voelen wat ze doen. Ze leren spelenderwijs, op dezelfde manier als kinderen leren lopen en praten. Deze manier van motorisch leren vraagt om neutrale doe-aanwijzingen in combinatie met voel-aanwijzingen. En wat verdraagzaamheid van jou als het gaat om fouten maken.

En nu?

Wil jij meer impact maken met je oefentherapie?  Meld je dan aan voor de cursus Therapeutisch Trainen bij aanhoudende pijn bij Viaperspectief en leer om effectiever te cuen.

4 april 2025


Wil je geen blog missen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief en ontvang ze in je inbox.


<