Hoe word je de favoriete docent van je sporters – en doen ze de deadlift met een glimlach?

gorilla

‘Waarom eet een berggorilla zijn eigen poep op?’ Freek Vonk kijkt de kinderen van groep acht aan. 29 vingers schieten omhoog. Juf Nicole zit achterin het lokaal. Ze slaakt een zucht: waren de kinderen maar altijd zo enthousiast.

De klik tussen Vonk en de kinderen van basisschool de Wigwam heeft alles te maken met zijn manier van doceren. Hij maakt de les levendig. Hij vertelt: ‘Een berggorilla heeft een hekel aan regen en kou, daarom gaat hij op een druilerige dag niet op zoek naar bamboe of vruchten. Hij eet liever zijn eigen poep op. Lekker makkelijk.’

Vonk verstaat de kunst van het lesgeven. Maar of je nou biologie, wiskunde of sport doceert, de principes zijn altijd hetzelfde.

Dus ik moet levendig lesgeven?

Ja. Vonk beperkt zich niet tot de feiten: hij vertelt verhalen, hij laat foto’s en filmpjes zien. Hij spreekt alle zintuigen aan: de kinderen zien, horen, en ruiken de berggorilla’s.  Ze leren ze kennen, ze begrijpen hun gedrag en ze leven met ze mee.

Maar dat is niet alles. Vonk ziet kinderen voor vol aan. Hij beschouwt ze niet als lege vaten die hij vult met informatie, maar als individuen met eigen interesses en een groot zelflerend vermogen. Hij moedigt ze aan om vragen te stellen. Hij geeft ze vertrouwen en vrijheid, want hij  weet dat ze prima in staat zijn om eigen antwoorden te vinden.

Hoe doe ik dat in mijn sportlessen?

Jij maakt van je les een belevenis als je de sporter attent maakt op de veranderingen in zijn lichaam. Tijdens de pull-over zeg je bijvoorbeeld: ‘Vóél je dat je bovenrug meer contact krijgt met de mat?’ Ineens merkt Stefan dat zijn rug meebeweegt – terwijl hij dácht dat alleen zijn armen actief waren. Je laat de sporters naar zichzelf kijken zoals de kinderen naar berggorilla’s kijken: nieuwsgierig en respectvol.

Vonk weet dat kinderen graag leren, en hij legt ze geen beperkingen op. Jij kunt hetzelfde doen in je sportles. Je deelnemers bewegen al hun hele leven, ze hebben jou niet nodig om te vertellen hoe ze dat moeten doen. Ze kunnen het prima zelf. Alleen durven ze daar niet op te vertrouwen, ze denken dat jij het beter weet. Je geeft ze hun zelfvertrouwen terug als je niet praat over fouten – dat maakt ze alleen maar onzeker. In plaats daarvan beschrijf je de bewegingen zonder er voorwaarden aan te stellen. En je geeft geen correcties. Je laat je sporters vrij, omdat je weet dat het lichaam zichzelf organiseert.

Geen correcties? Maar hoe help ik Elise dan, als ze deadlift met een ronde rug?

Je geeft Elise hands-on. Je plaatst je hand tussen haar schouderbladen en je vraagt haar om haar rug te voelen. Er zet zich meteen een verandering in. Geloof je me niet? Leg je hand maar eens bovenop je hoofd. Merk je dat je je ineens bewust wordt van je hoofdpositie? En dat je hoofd een andere houding aanneemt? Nou, zo werkt het ook voor Elise. Het fysieke contact helpt haar om verbinding te maken met haar rug. En dan verandert haar coördinatie vanzelf.

Heb ik nog wel een meerwaarde als ik niet meer corrigeer?

Vergis je niet, je sporters hebben je hard nodig. Je bent de reisleider van het gezelschap: je bepaalt de route en je wijst de sporters op de bezienswaardigheden onderweg. Hoe meer ze zien, hoe meer ze de omgeving waarderen. Als je in je eentje door een museum loop, vind je het schilderij met de waterlelies mooi. Maar als een gids je vertelt dat Monet het maakte, en dat hij bijna blind was toen hij het schilderde, dan vind je het ineens schitterend. Zo loods jij je deelnemers door hun bewegingen.

Kortom

Wakker de nieuwsgierigheid van je deelnemers aan en laat ze nieuwe ervaringen opdoen. Geef ze alle ruimte, want hun lichaam zoekt vanzelf de meest efficiënte route.

En wat doe ik nu?

Maak een geluidsopname van je les en luister naar de aanwijzingen die je geeft. Misschien hoor je jezelf zeggen: ‘blijf goed doorademen, hou je bekken mooi recht, maak je rug helemaal lang.’ Onbewust wek je de suggestie dat de deelnemers het verkeerd doen. Haal de bijwoorden eruit, en de sfeer van de les verandert meteen.

Wil je hulp bij het veranderen van je taalgebruik in de les? Neem contact op, dan gaan we samen aan de slag.


Iedere twee weken de nieuwsbrief in je mailbox? Schrijf je in.

<