Hoe breng je body en mind met elkaar in lijn? (over non-doing)

‘Leo, hou je vast aan het wandrek en til je rechter been op. Maak je lang. Laat je schouders vallen. Span je buikspieren aan. Adem door. Zorg dat je je knie niet op slot zet.’

Met een klap komt Leo’s voet op de grond terecht. Hij draait zich om en bijt me toe: ‘Als jij zoveel praat, weet ik niet meer waar ik op moet letten. Ik kan toch niet alles tegelijk.’

Leo heeft een punt.

Had ik toen maar geweten dat er zoiets bestaat als non-doing.

Non-doing: wat is dat?

Non-doing is het tegenovergestelde van controleren. De term komt uit de Alexander Techniek en het betekent dat je loslaat en meebeweegt. Zoals de takken van een boom meebewegen met de wind, zo krijg je werk uit handen zonder dat het je moeite kost. Topsporters kennen dat gevoel. Toen Epke Zonderland wereldkampioen aan de rekstok werd, zei hij na afloop: ‘Ik zat in een flow, aan het einde van mijn oefening werd ik weer wakker.’  

Maar Leo is toch geen topsporter?

Nee, maar we kennen toch allemaal het gevoel dat iets vanzelf gaat? Op LinkedIn vertelde Karin de Galan eerder deze week dat ze zó opging in haar online training, dat ze de herrie van de snoeiende tuinmannen niet meer hoorde. Haar focus lag bij haar taak, en al het andere verdween naar de achtergrond. Ze liet zich niet afleiden.  

Leo wel. En ík was de ruis in zijn oren.

Betekent non-doing dat je je concentreert?

Ik zou het liever verstillen noemen. Je ben kalm, alert en doortastend. Je bént er. Epke laat zien dat je dan boven jezelf uitstijgt. In Nanning turnt hij out of his mind: hij is zich bewust van alles wat hij doet, maar hij vergeet het publiek. Hij vergeet de jury. Hij gaat op in het moment.  

Deze tegenwoordigheid van geest is voor jonge kinderen en dieren vanzelfsprekend. Een merel begrijpt niet dat hij vliegt, hij dóét het gewoon. Een spin weet niet dat hij een web bouwt, het ontstaat gewoon. Een cheetah is zich er niet van bewust dat hij de 100 km per uur haalt – hij sprint gewoon.

Dieren bewegen natuurlijk. Hun motoriek is uiterst efficiënt. Het grappige is dat hun bewegingen vrijwel identiek zijn. Alle eekhoorns klimmen op dezelfde manier een boom in en alle konijnen graven op dezelfde manier een hol. Maar de motoriek van mensen vertoont veel minder overeenkomsten. Als je op een zonnige zaterdagmiddag bij Ons Caffeej op het terras zit, zie je grote verschillen in de manier waarop mensen bewegen. En als je goed oplet zie je dat ieder mens zijn eigen unieke loopje heeft.

En die verschillen ontstaan omdat we nadenken?

Gedachten verstoren de natuurlijke manier van bewegen. Als je leert fietsen en je bedenkt wat je moet doen, dan mis je de signalen vanuit je spieren en gewrichten. Je merkt niet dat je uit balans raakt tótdat je bijna omvalt. En dan heb je flink wat spierkracht nodig om bij te sturen.

Van bewust proberen word je onhandig.

Man is a thinking reed, but his great deeds are done when he is not calculating and thinking

Shunryu Suzuki

Hoe stop je met bewust proberen?

In zijn Mindfulness Basisboek vertelt Rob Brandsma dat we twee standen hebben: een doe-modus en een zijn-modus. Hij zegt: ‘Met je doe-modus verander je praktische zaken. Je wast je handen om ze schoon te krijgen, je eet om je honger te stillen. De zijn-modus is de stand van ontspanning en rust. Je komt toe aan verwerken, regenereren en helen.’

Je bent in doe-modus als je iets presteert. Je bent in zijn-modus als je mediteert.

Non-doing is de integratie van doen en zijn: je bént er terwijl je iets doet. Je voelt het water op je handen, je proeft de boterham met pindakaas, je ziet de deelnemers terwijl je ze online traint. Je bent alert, aanwezig en ontspannen.

En hoe breng je Leo in een zijn-modus?

Met voel-aanwijzingen: ‘Leo, gebruik de steun van het wandrek en til je rechter voet rustig op. Voel dat je rechter knie naar voren gaat, en omhoog. Stuur je voet omlaag en volg je knie op de terugweg.’

Leo beweegt nu met aandacht. Zijn lichaam en geest zijn samen: body and mind are aligned.

Dus

Als je een cliënt overspoelt met doe-aanwijzingen, dan denkt hij na bij alles wat hij doet. Dat kost mentale en fysieke kracht. Laat je hem zijn bewegingen voelen, dan komt hij in een toestand van non-doing waarin bewegen natuurlijk wordt.


Wil je geen blog missen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.


<